Aangifteplicht geneutraliseerde vuurwapens

Nieuw: het KB van 23 april 2020 tot wijziging van diverse koninklijke besluiten ter uitvoering van de Wapenwet, strekkende tot omzetting van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens, voert een aangifteplicht in voor geneutraliseerde vuurwapens (via model 9 ter) en een nieuwe uitleenregeling (via model 9 bis).

Lees hier de toelichting bij het KB van 23 april 2020.

Koninklijk besluit van 23/04/2020 (BS 05/05/2020)

Op 13 juni 2017 is een grondige aanpassing van de Europese vuurwapenrichtlijn 1991/477 in werking getreden. Aangezien een richtlijn niet rechtsreeks van toepassing is in de verschillende lidstaten, diende elk land de nodige uitvoeringsmaatregelen te nemen.

De Belgische wapenwet van 2006 was al grotendeels conform aan de aangepaste EU vuurwapenrichtlijn. Door de wet van 5 mei 2019 werd de richtlijn verder omgezet. De beperking van de ladercapaciteit werd omgezet door een ministerieel besluit van 21 september 2019.

Precies een jaar na de omzettingswet verscheen op 5 mei 2020 een laatste omzetting van de Europese vuurwapenrichtlijn.

Hieronder vindt u de belangrijkste punten van dit koninklijk besluit.

De aangepaste regeling treedt in werking op 5 juni 2020.
 

1. Aangifteplicht geneutraliseerde vuurwapens

Overeenkomstig artikel 3, §2, 3° van de Wapenwet worden vuurwapens die definitief voor het schieten onbruikbaar zijn gemaakt, als vrij beschouwd. 

Begin dit jaar werd, door de wet van 25 mei 2019, hieraan toegevoegd dat het voorhanden hebben van onbruikbaar gemaakte vuurwapens aangifteplichtig is.

De modaliteiten van de aangifteplicht worden nu geregeld in het nieuwe uitvoeringsbesluit.

Opgelet: Vanaf 8 april 2016, zijn enkel vuurwapens die onklaar werden gemaakt volgens de nieuwe strengere Europese regels nog vrij verkrijgbaar. Vuurwapens die werden geneutraliseerd volgens de oude regels mag men in bezit houden. Zodra ze worden overgedragen of overgebracht naar een andere Europese lidstaat, worden ze enkel nog als vrij verkrijgbaar beschouwd indien ze volgens de nieuwe procedure geneutraliseerd werden.
Wie dus nog een geneutraliseerd wapen wil verkopen dat nog volgens de oude regels geneutraliseerd werd, zal deze wapens opnieuw moeten aanbieden bij de proefbank om ze opnieuw te laten neutraliseren volgens de nieuwe regels. Een wapen geneutraliseerd volgens de nieuwe regel is voorzien van aangepast proefmerk (“EU” + logo proefbank + jaartal). Tevens wordt van de neutralisatie een attest afgegeven.


1.1. Aangifte van bezit van geneutraliseerde vuurwapens

De in de praktijk meest in het oog springende maatregel is de nieuw ingevoerde verplichting om alle bezit van geneutraliseerde vuurwapens aan te geven.

Iedereen die in het bezit is van een geneutraliseerd vuurwapen dat hij in bezit heeft en verworven voor 14 september 2018 dient uiterlijk tegen 14 maart 2021 de volgende actie te ondernemen:

  • Voor elk wapen dient een model 9ter “attest van aangifte”(bijlage 2 bij KB) te worden opgesteld in drie exemplaren (een aangifte en twee afschriften ervan), een kopie van het Europees certificaat van onbruikbaarmaking van de Proefbank (als het wapen vanaf 8 april 2016 werd geneutraliseerd) OF een foto van het wapen in zijn geheel en een close up van de proefbankstempel in de vorm van een gekroonde leeuw (als het wapen voor 8 april 2016 werd geneutraliseerd);
  • De aangifte en één “afschrift” dienen te worden verstuurd naar de gouverneur bevoegd voor de verblijfplaats van de aangever. Het andere afschrift dient te worden bijgehouden ;
  • De gouverneur registreert het geneutraliseerde vuurwapen in het Centraal Wapenregister en bezorgt één van de afschriften van de aangifte terug aan de aangever. Er is geen termijn voorzien waarbinnen de gouverneur moet antwoorden.

Wie na 14 maart 2021 nog in het bezit is van een geneutraliseerd vuurwapen en geen afschrift heeft van een aangifte en/of een door de gouverneur teruggestuurd afschrift waarop het registratienummer staat, is illegaal in het bezit van het geneutraliseerde vuurwapen en is strafbaar met geldboetes van 800 tot 200.000 EUR en/of gevangenisstraffen van een maand tot vijf jaar. De niet-aangegeven wapens moeten verbeurd verklaard worden. Eventuele vervolging kan ook een administratieve kettingreactie in gang zetten waardoor alle ander vergund wapenbezit onmogelijk wordt.

Hoewel de bewijslast van een inbreuk op de wapenwetgeving bij de overheid ligt, is het van het grootste belang dat de bezitter van geneutraliseerde wapens zelf alle documenten invult, kopieën bijhoudt en bij voorkeur de aangifte per aangetekend schrijven met ontvangstkaart aan de gouverneur richt zodat er een bewijs is van de datum van aangifte en van de effectieve ontvangst ervan bij de gouverneur.


1.2 Overdrachten van geneutraliseerde vuurwapens vanaf 5 juni 2020

De overdracht van een geneutraliseerd vuurwapen is vanaf 5 juni 2020 onderworpen aan de volgende formaliteiten:

  • De identiteitskaart of reispas van de verkrijger moet worden voorgelegd;
  • Er dient een model 9ter opgesteld in drie exemplaren;
  • Er wordt een kopie gemaakt van het certificaat van neutralisatie van het vuurwapen;
  • Enkel wapens die vanaf 8 april 2016 werden geneutraliseerd, kunnen worden overgedragen. Zij zijn herkenbaar aan de proefbankstempel met de volgende structuur: EU/BE (of de code van een andere EU-lidstaat)/logo proefbank/jaartal neutralisering. Voor deze neutralisatie wordt een Europees certificaat van onbruikbaarmaking afgeleverd door de Proefbank. - Wapens die vóór 8 april 2016 werden geneutraliseerd (herkenbaar aan de proefbankstempel in de vorm van een gekroonde leeuw), moeten eerst worden herkeurd door de Proefbank en voorzien worden van een EU-stempel, vooraleer zij kunnen worden overgedragen of overgebracht naar een andere EU-lidstaat.
  • Het originele model 9ter en een kopie ervan wordt, samen met de kopie van het certificaat van neutralisatie, verstuurd naar de gouverneur bevoegd voor de verblijfplaats van de verkrijger. Dit moet gebeuren binnen de acht dagen na de overdracht.
     

1.3 Regeling bij erfenis van geneutraliseerde vuurwapens vanaf 5 juni 2020

Bij erfenis dient de erfgenaam het wapen aan te geven binnen een termijn van drie maanden nadat het wapen in het vermogen is gekomen. In de praktijk gaat de termijn in op het moment dat de vereffening en verdeling van de nalatenschap is afgesloten zodat ook duidelijk is dat het wapen in het vermogen van de erfgenaam komt. Dit geldt zelfs indien de erfgenaam het wapen onder zich hield in afwachting van de definitieve verdeling.

De te volgen procedure is dan als volgt:

  • Opstellen aangifteformulier model 9ter in drie exemplaren;
  • Twee exemplaren naar de gouverneur bevoegd voor de verblijfplaats van de erfgenaam sturen, dit binnen de drie maanden nadat het wapen in het vermogen gekomen is;
  • een kopie van het Europees certificaat van onbruikbaarmaking van de Proefbank (als het wapen geneutraliseerd werd vanaf 8 april 2016) OF een foto van het wapen in zijn geheel en een close up van de proefbankstempel met de vorm van een gekroonde leeuw (als het wapen geneutraliseerd werd voor 8 april 2016)
  • De gouverneur stuurt een exemplaar van het model 9ter, voorzien van een registratienummer, terug naar de erfgenaam.


1.4 Procedure bij invoer van een geneutraliseerd vuurwapen
 
Bij invoer van een geneutraliseerd vuurwapen dient de invoerder binnen de acht dagen na de invoer aan de proefbank de registratie van het geneutraliseerde vuurwapen aan te vragen. Er is geen formulier bepaald om deze aanvraag te doen. Een gewoon aangetekend schrijven volstaat. Het is van belang de datum van aanvraag te kunnen bewijzen.

Bij ontvangst van de aanvraag moet de proefbank een formulier van aangifte model 9ter opstellen in drie exemplaren. De proefbank moet voor het wapen een “uniek nationaal identiteitsnummer” aanmaken, het wapen registreren in het Centraal Wapenregister en twee exemplaren van het model 9ter sturen naar de gouverneur bevoegd voor de verblijfplaats van de invoerder en één exemplaar naar de invoerder sturen.

1.5 Taak gouverneur

Bij elke aangifte dient de gouverneur een uniek nationaal identiteitsnummer voor het geneutraliseerde wapen in te brengen in het CWR.


2. Uitleenregeling jagers lange termijn

De gewijzigde uitleenregeling voor jagers treedt in werking vanaf 5 juni 2020.

Er is een procedure uitgewerkt om de uitlening te registreren. Ook hier werd een nieuwe variant op het model 9 ingevoerd, namelijk het “formulier van uitlening” model 9bis (bijlage 1 bij KB).

  • Deze regeling geldt enkel voor uitleningen van meer dan een week. Voor uitleningen van minder dan een week geldt geen enkele formaliteit.
     
    De regeling werkt als volgt:

  • de uitlening moet een model 9bis worden opgesteld, ondertekend door de uitlener en de ontlener. De uitlener is verplicht dit document op te stellen en de aangifte te verrichten. Het formulier model 9bis dient aan de lokale politie bevoegd voor de verblijfplaats van de ontlener te worden gestuurd.
  • Dit model moet “vanaf het begin van de uitlening” worden meegedeeld aan de bevoegde overheid. Dus dit moet voorafgaand aan de uitlening gebeuren.
  • De lokale politie is in elk geval bevoegd voor de registratie van de uitlening in het Centraal Wapenregister.
  • Voor de teruggave van het wapen gelden opnieuw formaliteiten. Algemeen moet deze teruggave vermeld worden op het model 9bis. De kennisgeving van de teruggave van het wapen dient steeds door de uitlener te gebeuren aan de lokale politie bevoegd voor zijn verblijfplaats.

Deze regeling is bijzonder ingewikkeld en zit vol met valstrikken. Elke fout (b.v. model 9bis niet vooraf versturen, versturen naar verkeerde politiedienst, procedure voor aangifte teruggave niet volgen, …) is strafbaar gesteld met zware strafsancties.

In de praktijk wordt dus best met korte uitleningen gewerkt. Voor lange termijn uitleningen (en dat kan dan zelfs langer dan zes maanden) is het misschien wel aangewezen dat met een gewoon model 9 gewerkt. Bij teruggave wordt een nieuw model 9 gemaakt om de overdracht aan de uitlener door te geven.

3. Elektronische verzending van documenten

De aanpassing laat nu wel toe dat de volgende documenten elektronisch verzonden worden:

  • Luiken B van een model 4 (terug te sturen aan de gouverneur);
  • Formulieren van overdracht model 9;
  • Formulieren van uitlening model 9bis;
  • Formulieren van aangifte model 9ter.

Telkens is er een voorwaarde verbonden aan het gebruik van de elektronische verzendmethode: de verzender moet het origineel van het verzonden document gedurende vijf jaar na de verzending bewaren.

4. Geldigheidsduur Europese vuurwapenpassen

Europese vuurwapenpassen voor lange enkelschotswapens met gladde loop waren onder de vorige Europese wapenrichtlijn 10 jaar geldig. De aangepaste richtlijn verkort deze termijn tot 5 jaar.
Het uitvoeringsbesluit past nu de Belgische regeling aan zodat alle Europese vuurwapenpassen maximum 5 jaar geldig blijven.

5. Meldingsplicht verdachte verrichtingen door wapenhandelaars

Tot slot werd er een wijziging doorgevoerd in de deontologische code voor wapenhandelaren. Wapenhandelaren kunnen verrichtingen met het oog op het verwerven van wapens, laders, essentiële onderdelen of volledige patronen of onderdelen van munitie niet afronden wanneer zij redelijkerwijze ervan uit kunnen gaan dat deze verrichtingen verdacht zijn. Een indicatie kan zijn de aard of de schaal van de verrichting.

Elke poging tot dergelijke verrichting moet gemeld worden bij de lokale politie.